Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Elke abortus betekent een financieel verlies voor de veehouder. Een goede preventie voorkomt veel problemen. Daarom is het belangrijk om bij iedere abortus de oorzaak op te sporen. Bovendien is het nog altijd verplicht om elke abortus te laten onderzoeken in het kader van brucellose-bewaking.
Dat het abortusonderzoek loont, bewijst het overzicht van de oorzaken die vastgesteld werden binnen het abortusprotocol 2020.
In 2020 onderzocht DGZ, dankzij de financiële steun van het FAVV, een kleine 4000 abortusdossiers van rundveebedrijven. Bijna 3400 foetussen werden onderworpen aan een autopsie.
In ruim 16% van de gevallen waren er duidelijke macroscopische afwijkingen (zie grafiek hieronder). Binnen deze groep staan meerlingdracht, marmering van de achterhandspieren en congenitale afwijkingen in de top 3.
Macroscopische vaststelling | Betekenis |
meerling (meestal tweelingdracht) | hoger risico tot abortus |
marmering van de achterhandspieren | indicatief voor seleniumdeficiëntie (serum moederdier testen) |
anasarca, hydrocephalus, perosomus elumbus, bulldog kalf, aorta transpositie | congenitale afwijkingen |
mummificatie | kan wijzen in de richting van neosporose |
pleuritis, pneumonie, pericarditis, perihepatitis, peritonitis, splenomegalie, placentitis | beeld van bacteriële abortus |
dikke plaques t.h.v. placenta of huid foetus | beeld van mycotische abortus |
emfysemateuze abomasitis | wordt veroorzaakt door Clostridium perfringens en kan o.a. gelinkt worden aan het sonderen van biest (er wordt dan aangeraden de sonde te reinigen met zuurstofwater of te vervangen) |
Foto 1: hematoom t.h.v. navelarteries (verbloeding)
Foto 2: anasarca
Foto 3: polymelia – polydactylie
Foto 4: Hydrocephalus en anencephalie
Foto 5: Splenomegalie, bv. bij Salmonella of Listeria
Foto 6: Bacteriële abortus: fibrineuze pericarditis
Foto 7: placentitis
(verdikt aspect van de placenta)
Foto 8: Dikke plaques t.h.v. huid
foetus (mycotische abortus)
Foto 9: Emfysemateuze abomasitis en hemorrhagische enteritis
Foto 10: Marmering van de achterhandspieren bij seleniumdeficiëntie
A) Bacteriologie en mycologie
Bacteriologisch en mycologisch onderzoek leverde ons heel wat diagnoses op. Op basis van de culturen ingezet op de lebmaag, konden we volgende conclusies trekken:
Meer uitleg over deze kiemen kan u steeds vinden onderaan op het beproevingsverslag via een link.
B) SBV, BLTV, Neospora en BVD
Alle foetussen met afwijkingen die in de richting van Schmallenbergvirus (SBV) wijzen, worden binnen het abortusprotocol getest op dit virus, alsook op het blauwtongvirus (BLTV). In 2020 werden 103 foetussen onderzocht, waarvan een kleine 11% positief testte voor SBV. Dit is een licht dalende trend tegenover 2019. Net zoals in 2019, testte geen enkele foetus positief voor BLTV.
Neosporose is nog steeds een belangrijke oorzaak van abortus. In 2020 was een kleine 14% van alle onderzochte serumstalen positief voor Neospora-antistoffen. Er wordt echter wel een licht dalende trend vastgesteld.
Dankzij het BVD-bestrijdingsprogramma bleef het aantal BVD-gevallen ook in 2020 verder dalen: minder dan 0,1% van de foetussen was positief voor BVD-antigen.
C) Brucellose
De brucellose-cultuur op de nageboorte was telkens negatief. In 2020 was er 1 dossier waarbij het serum van het moederdier positief was voor Brucella-antistoffen. Na verschillende hercontroles bleek het dier in kwestie dan toch negatief, alsook het stalbilan (tankmelkonderzoek).
D) Andere bevindingen
In het kader van het abortusprotocol werd in 92 gevallen een seleniumonderzoek ingezet. Het seleniumgehalte was maar liefst 74 keer te laag. Dit is een licht stijgende trend. Vitamine E werd 28 keer onderzocht en was 25 keer te laag, jodium werd 11 maal ingezet en was 5 maal onvoldoende.
De PCR-abortuskit werd in totaal 175 keer aangevraagd. Deze was eenmaal positief voor Chlamydia sp. Leptospira sp. en Anaplasma phagocytophilum werden in geen enkel monster teruggevonden.
De PCR voor Q-fever werd 23 maal ingezet en was slechts in 3 gevallen positief.
In 2020 werden bijna 130 abortusdossiers van schapen- en geitenbedrijven onderzocht.
Een kort overzicht van de resultaten kan u vinden in de volgende tabel:
Pathogeen |
Aantal analyses |
Aantal positieve resultaten |
Toxoplasma PCR |
120 |
11 |
Chlamydia antistoffen |
112 |
9 |
Q-fever PCR |
122 |
6 |
Gisten en schimmels |
120 |
6 |
Stamp-kleuring (o.a. Chlamydia) |
121 |
4 |
Schmallenbergvirus PCR |
10 |
3 |
Bacteriologische reincultuur lebmaag én long |
120 |
1 (Salmonella sp.) |
Blauwtongvirus PCR | 10 |
0 |
Campylobacter cultuur |
120 |
0 |
Chlamydia PCR |
4 |
0 |
Auteur: Evelien Forrez, Koen De Bleecker
indien mogelijk, kunt u een foto bij dit artikel posten van marmering van de achterhandspieren bij seleniumdeficiëntie?
Foto marmering van de achterhandspieren bij seleniumdeficiëntie is toegevoegd (foto 10).