Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Onze varkensdierenarts Tamara Vandersmissen nam deel aan het jaarlijkse congres van de American Association of Swine Veterinarians (AASV) in Orlando, Florida. Heel wat interessante topics kwamen aan bod en in dit artikel deelt Tamara graag enkele interessante nieuwe inzichten. Vooral de populatie-gebaseerde PRRS-monitoring in plaats van op individuele dieren klinkt ook voor de Belgische varkenssector veelbelovend.
Het congres vond plaats van 9 tot 12 maart en stond in het teken van het 50-jarige bestaan van de AASV. Heel wat thema’s kwamen aan bod en tal van onderzoeken werden gepresenteerd. Er was voor elk wat wils: dierenwelzijn, voeding, algemene onderzoeksthema’s, ziektecontrole en -eliminatie, vaccinologie en immunologie, productinnovaties, korte presentaties van de industrie, enz.
Tamara bezocht vooral de voordrachten over monitoring, controle en eliminatie van varkensziektes. In de VS is men vooral bezig met PRRS, griep en Mycoplasma hyopneumoniae, maar ook met PCV2 en PCV3. PED blijft een hot topic en er was ook aandacht voor de dreiging van de Afrikaanse varkenspest.
Eén van de sprekers die indruk op me maakten, is Derald Holtkamp. Hij was tijdens de sessie ‘outbreak investigation’ of ‘uitbraak-onderzoek’ zowel chairman als één van de sprekers. Zijn onderzoek focust op bioveiligheid en risk assessment van varkensziektes, met nadruk op PRRSv en PEDv.
Derald Holtkamp, MS, DVMIowa State University, College of Veterinary MedicineAmes, Iowa
Tijdens deze sessie maakte ik kennis met het ‘Rapid Response Programme*’, gefinancierd door het Swine Health Information Center (SHIC). Het programma zit in de ontwikkelingsfase en heeft tot doel om snel nieuwe uitbraken van varkensziektes overal in de VS op te pikken. Hiervoor doet het onder andere een beroep op praktijkdierenartsen. Zij doen het uitbraak-onderzoek volgens een standaard werkwijze. Het onderzoek is eigenlijk een uitgebreide bioveiligheidsaudit waarvan heel wat elementen toepasbaar zijn in onze Belgische situatie.
Zo trachten ze niet alleen te achterhalen hoe de ziekte-uitbraak – in de VS voornamelijk PED en PRRS – tot stand kwam, maar vooral hoe een bedrijf een nieuwe ziekte-uitbraak kan vermijden. Derald Holtkamp gaf enkele interessante tips voor de praktijkdierenartsen:
Tijdens de sessies over ziektemonitoring, -controle en -eliminatie was het heel interessant te horen dat de VS voor de monitoring meer en meer afstapt van de individuele bloedmonsters om te evolueren naar een populatie-gebaseerde bemonstering. Dit is geen verrassing als je naar de productiewijze in de VS kijkt: de ‘multiple site production’. Dit zijn zeer grote bedrijven met enkel zeugen en zuigende biggen. De gespeende biggen zitten op andere locaties, ook de afmest van de vleesvarkens gebeurt op aparte locaties.
Dergelijke bedrijven vragen om snelle, gemakkelijke en weinig intensieve bemonsteringsmethodes waarmee je veel informatie kan verzamelen over het bedrijf, zonder dat de kosten de spuigaten uitlopen. Voornamelijk voor de monitoring van PRRSv in de kraamstal gebruikt de VS reeds routinematig een aantal alternatieve bemonsteringsmethodes.
Een eerste bemonsteringsmethode maakt gebruik van de zogenaamde ‘processing fluids’. Dit is weefselvocht verzameld bij het behandelen van de biggen in de kraamstal. Concreet zijn dit meestal de staartjes op bedrijven die couperen en de teelballetjes wanneer er gecastreerd wordt. Al deze weefsels worden in een zakje verzameld. Het vocht dat hieruit gecollecteerd wordt, dient als matrix voor het PCR-onderzoek op PRRS.
Deze methode is veelbelovend: het materiaal is gemakkelijk te verzamelen, het vraagt geen extra handeling en er zijn veel mogelijkheden tot poolen. Er werd aangetoond dat materiaal van één PRRS-positieve big gepoold met dat van 270 negatieve biggen nog steeds gedetecteerd kan worden met een acceptabele betrouwbaarheid (95%). Er kan bijvoorbeeld bekeken worden hoeveel nesten op een bedrijf PRRSv-positief zijn binnen een werpgroep, maar je kan ook een volledig compartiment (maximum 270 biggen, ongeveer 20 nesten) poolen en nagaan of er PRRSv gevonden wordt. Op die manier kan je de status van de biggen efficiënt opvolgen in de tijd.
Een tweede bemonsteringsmethode voor het onderzoek op PRRSv zijn de ‘family oral fluids’. Hierbij wordt er in de kraamstal een touw gehangen, zodanig dat zowel de zeug als de biggen erbij kunnen. Wanneer de zeug aan het touw knabbelt, zullen ook de biggetjes interesse tonen en op het touw bijten. Zo kan je op elk moment van de kraamstalperiode informatie over de PRRS-status van de ‘familie’ zeug en biggen in de kraamstal verzamelen.
Tot slot zijn er nog de ‘uierdoekjes’. Dit zijn katoenen gaasjes gedrenkt in een bufferoplossing waarmee de uier – op de plek waar de neusjes van de biggen de huid van de zeug raken bij het zuigen – wordt bemonsterd. Deze methode werd in de VS al langer gebruikt voor het onderzoek naar influenza, maar blijkt ook bruikbaar voor de monitoring op PRRSv. Ook deze methode is niet gebonden aan het castratietijdstip en kan op ieder moment van de kraamstalperiode uitgevoerd worden.
Nog een alternatieve – maar individuele – bemonsteringsmethode voor het onderzoek op PRRSv zijn de oropharyngeale swabs. Hiermee worden de diepere delen van de mond van de big bemonsterd.
De alternatieve bemonsteringsmethoden voor PRRS-monitoring op groepsniveau in de VS kunnen interessant zijn voor de Belgische situatie. Zeker nu onze varkenssector een PRRS-programma wil uitwerken waarmee op termijn alle bedrijven hun PRRS-status in beeld krijgen.
Daarom ging ik onmiddellijk aan de slag om te onderzoeken of deze bemonsteringsmethodes ook in onze Europese situatie, en met onze Europese PRRS-stam, toepasbaar zijn. De processing fluids en de uierdoekjes lijken alvast veelbelovende methodes. Het gebruik van de individuele oropharyngeale swabs bracht me op het idee om deze te poolen, in die zin dat we één swab per nest gingen testen. Dit lijkt ook een werkbare methode. Op deze manier kan je ook weer voortbouwen op de populatie-gebaseerde bemonstering’. Deze monstername is onafhankelijk van couperen of castreren en hierdoor duurzamer.
Via een Veepeilerproject zullen we nu verder onderzoek doen naar praktisch bruikbare alternatieve bemonsteringsmethodes voor PRRSv in de kraamstalperiode. Daarover wordt er binnenkort gecommuniceerd via onze DGZ-nieuwbrieven.
*: https://www.swinehealth.org/course/rapid-response-corp-training/