Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Onlangs werden bij DGZ drie pasgeboren, zuigende biggen aangeleverd. De dieren waren kort na de geboorte gestorven en ze vertoonden circulaire huidletsels die macroscopisch sterk suggestief waren voor een pokkenvirus-infectie.
De letsels situeren zich voornamelijk ter hoogte van de oren, het (ventrale) abdomen en de poten (foto 1). Typisch zijn de kleine circulaire rode laesies (foto 2) met een diameter van 10-20 mm, die evolueren tot harde ontstoken zwellingen (papulae).
Bij twee biggen waren de letsels eerder korstvormig. Bij één big waren er nog duidelijk restanten van de vesikelvorming zichtbaar (foto 3).
Het ging om een neonatale infectie, want bij één big was er nog een gecontraheerde navelstreng aanwezig.
Foto 1: Overzichtsfoto: circulaire huidletsels, voornamelijk t.h.v. ventraal abdomen en poten.
Foto 2: Rode circulaire laesies.
Foto 3: Detail van de laesies: restanten van vesikelvorming zijn zichtbaar.
Diagnose:
Varkenspokken worden gediagnosticeerd op basis van de typische huidletsels (rond tot ovaal, met een diameter kleiner dan 1 cm). De bruin-zwarte korsten worden gemakkelijker opgemerkt dan het vesikulaire stadium. Aan de hand van histologisch onderzoek kan deze diagnose geconfirmeerd worden.
Op histopathologisch onderzoek werden er ter hoogte van de specifieke letsels epidermale cytoplasmatische zwelling en vacuolisatie opgemerkt met gelocaliseerde ruptuur van de aangetaste keratinocyten waardoor vesikels gevormd worden (reticulaire degeneratie) (foto 4). In bepaalde letsels was er een oppervlakkige ulceratie (korsten) op te merken, met secundaire infiltratie van neutrofielen (bacteriën) in het oppervlakkig epiderm en de haarfollikels (Foto 5).
Foto 4: Haematoxyline eosinekleuring van het oppervlakkig epiderm met vacuolisatie (pijlpunt) van de cellen en reticulaire degeneratie (ster). Secundair is er een neutrofiel ontstekingsinfiltraat op te merken (lange pijl).
Foto 5: Haematoxyline eosinekleuring van een dermale haarfollikel met vacuolisatie (pijlpunt) van de cellen en een secundair neutrofiel ontstekingsinfiltraat (lange pijl).
Het gastheerspecifieke Suipoxvirus kan vermenigvuldigen in het stratum spinosum van de huid zodat de typische huidlaesies zichtbaar zijn. Dan volgen de verschillende letselstadia, namelijk maculae, papulae, vesikelvorming, pustulae en korsten.
Virusintrede verloopt voornamelijk langs de huid, maar dit kan ook via slijmvliezen van spijsverterings- of ademhalingsstelsel. Na een primaire vermeerdering in de lymfeklieren ontstaat een viremie. Via de bloedbaan bereikt het virus de predilectieplaats (huid) waar de virusvermeerdering (verder) plaatsvindt.
Deze viremische fase kan ook leiden tot een transplacentaire neonatale infectie van biggen.
Typisch voor de aandoening zijn de ronde tot ovale huidletsels die genezen in 3 tot 4 weken. Secundair kunnen de letsels geïnfecteerd worden door bacteriën (bv. S. hyicus) en kan exsudatieve epidermitis ontstaan.
Varkenspokken komen enkel voor bij varkens. Alle leeftijden zijn gevoelig, maar de meeste uitbraken komen voor bij jonge biggen, voornamelijk congenitaal en neonaten. Het virus kan verspreid worden door luizen en schurftmijten. Vechtletsels en schaafwonden vormen een ingangspoort. Het virus is resistent en persisteert in de korsten.
Gezien de mildheid van de ziekte is er zelden sprake van een therapie. Af en toe wordt er gebruik gemaakt van insecticiden om de overdracht door luizen en vliegen tegen te gaan. Ook is een uitgebreide reiniging en desinfectie van de aangetaste stallen een manier om het optreden te reduceren.
Auteurs: Emily Rolly en Stefan Roels