Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Recent werd een stier tussen 3-6 maanden oud (166 kg) opgehaald voor een basisautopsie. Het dier was acuut gestorven na een therapie met antibiotica en ontstekingsremmers.
Op autopsie werd er ter hoogte van meerdere gewrichten een troebele inhoud teruggevonden. Ter hoogte van de coronairgroeve was er sereuze vetatrofie (cachectisch oedeem) wat wijst op een eerder chronische ziektetoestand. De longen waren gestuwd, maar niet verdicht. De milt en lever waren ook gestuwd. De magen waren slechts weinig gevuld en er was coprostase in de dikke darmen. In het abdomen was er bloederig vocht aanwezig met een met bloed en bloedstolsels gevulde blaas, met een etterig beleg ter hoogte van de mucosa (fig 1) en gruis ter hoogte van de blaastop. De nieren waren sterk vergroot met uitgebreide diepgaande ettervorming (fig 2). Ter hoogte van de daaropvolgende urethra en het omgevend weefsel was er eveneens een purulente ontsteking (fig 3). Finaal was er ter hoogte van de urethra (20 cm voor de top van de penis), een grote witte steen aanwezig (diameter 0,5 cm) met craniaal van deze steen stuwing en oedeemvorming rondom urethra. (fig 4).
Fig 1: Overlangs doorgesneden nier met meerdere bloedingen en haarden van purulente en necrotiserende nefritis.
Fig 2: Ingesneden urineblaas met bloed en bloedstolsels en etterig beleg op de mucosa.
Fig 3: Ingesneden urethra met etterige ontsteking in en rond de urethra.
Fig 4: Overlangs ingesneden urethra met duidelijke aanwezigheid van een witte steen met stuwing en oedeemvorming.
Daar er hier een basisautopsie aangevraagd werd, was verder bacteriologisch onderzoek uitgesloten. Er werd wel nog een staal van de nier genomen voor verder histopathologisch onderzoek. Deze vertoonde een uitgesproken purulente ontsteking van het nierparenchym (tot in het bekken) met haarden van necrose en bacteriële conglomeraten, evenals prolifererende fibroblasten doorweven met een gemengd tot non-purulent ontstekingsinfiltraat. Ter hoogte van het kapsel was er een dense laag van necrotisch (cel)materiaal op te merken doorweven met een gemengd ontstekingsinfiltraat (fig 5).
Fig 5: Haematoxyline-eosinekleuring niercortex : beeld van een etterig necrotiserende nefritis met aantasting van glomerulus (*), aanwezigheid van bacteriële kolonies (°) en necrose van het (tubulair)parenchym (.)
De etiologie van urolithiase is complex en multifactorieel. Het is een combinatie van verschillende fysiologische, nutritionele en managementfactoren. Het juiste mechanisme van de vorming van stenen en hun groei is nog steeds niet volledig gekend. Bij weidebeloop zijn de stenen meestal samengesteld uit kalk, magnesium en ammoniumfosfaten.
Urolithiase komt bij beide geslachten voor, maar een urinaire blokkade komt voornamelijk voor bij mannelijke dieren. De steentjes worden het meest teruggevonden in de urineblaas, maar kunnen ook voorkomen in het nierbekken en de urethra. De steentjes die vrij komen uit de blaas kunnen vast komen te zitten in de nauwe urethra, de S-vormige bocht van de penis (distaal), glanspenis of preputiale opening van het mannelijk dier. Urinaire obstructie kan ook voorkomen door cystitis.
Obstructieve urolithiase wordt vaak beschreven bij herkauwers en komt vaak voor bij mannelijke schapen, geiten en runderen. De aandoening resulteert in belangrijke economische verliezen bij de veestapel zowel ten gevolge van sterfte maar ook door reproductieproblemen.
De toenemende druk bij obstructie en uitrekken van de blaaswand resulteert in ontsteking, drukischemie, afsterven, verdunnen, en hernia van de mucosa door de spierwand van de blaaswand in het peritoneum. Hierdoor ontstaan een uroperitoneum en peritonitis.
In tegenstelling tot urine bij de mens, die een goed medium is voor bacteriële groei, is de urine van runderen een inhibitor van bacteriële groei en dit door de hogere osmolariteit en zuurtegraad. Daardoor is bacteriële urocystitis zeldzaam bij deze dieren. Desalniettemin, bacteriën met specifieke virulentiefactoren voor adhesie met epitheel van de urinaire tractus kunnen deze mucosa koloniseren en een lokale ontstekingsreactie veroorzaken.
Bij runderen, zal de urinaire tractus infectie (UTI) meestal het resultaat zijn van een ascenderende infectie, maar descenderende of hematogene weg is ook mogelijk. Ascenderende infecties resulteren uit bacteriën die zich vanuit de urethra verspreiden. Deze bacteriën zijn meestal afkomstig van het rectale microbioom.
Auteurs: Stefan Roels & Emily Rolly