Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
In 2018 werd in Algerije prionziekte of transmissibele spongiforme encephalopathie (TSE) vastgesteld bij meerdere dromedarissen die aangeboden waren in het slachthuis. TSE veroorzaakt fatale en overdraagbare neurodegeneratieve ziektes: Creutzfeldt-Jakob bij de mens, scrapie bij kleine herkauwers en boviene spongiforme encephalopathie (BSE) bij het rund.
Naar aanleiding van deze vaststelling kan men zich afvragen of andere Camelidae, zoals lama’s of alpaca’s, ook gevoelig zijn voor deze ziekte met alle mogelijke gevolgen voor herkauwers en de volksgezondheid.
Het spectrum van dierspecies die gevoelig zijn voor prionziekten is groot. Tot op heden weten we enkel dat de ziektes spontaan voorkomen en infectieus zijn bij herkauwers die deel uitmaken van de Bovidae- en Cervidae-families.
Dromedarissen zijn echter geen herkauwers. Zij behoren tot de Tylopoda, een ondersoort van de Artiodactyla, waartoe de kamelen (Camelus bactrianus), en ook de lama’s (Lama glama) en alpaca’s (Vicugna pacos) behoren.
De aanwezigheid van TSE’s bij dromedarissen (Camelus dromedarius) opent een geheel nieuw spectrum van dierspecies die gevoelig zijn voor de ziektes en legt de basis voor nieuw onderzoek naar de ecologie en gast-pathogeenrelatie van prionziekten.
Op basis van waarnemingen in het slachthuis blijkt 3,1% van de aangeboden dromedarissen neurologische tekenen te vertonen die suggestief zijn voor de ziekte. Het zijn voornamelijk vrouwelijke dieren die aangetast zijn. Dat is te wijten aan het feit dat de vrouwtjes pas geslacht worden op het einde van hun productief leven (ouder dan 8 jaar), dit in tegenstelling tot de mannetjes die op jonge leeftijd (vanaf 4 jaar) geslacht worden. De gevallen die geconfirmeerd werden, waren alle vrouwelijk en respectievelijk 10, 11, 13, en 14 jaar.
De klinische symptomen beschreven bij deze dieren zijn gewichtsverlies, abnormaal gedrag en neurologische tekenen (tremors, agressiviteit, hyperreactiviteit, typisch op en neer bewegen van de kop, aarzelende en onzekere gang, ataxie van de achterpoten, occasioneel vallen en problemen om overeind te komen. De symptomen evolueren traag en de duur van de aandoening varieert van 3 tot 8 maanden. Gebaseerd op de waarnemingen van de kwekers en het slachthuispersoneel zou de ziekte optreden sinds de jaren 1980.
Verder onderzoek van andere populaties (o.a. op gerenommeerde markten voor dromedarissen in Tunesië) toont aan dat de aandoening niet alleen voorkomt in Algerije. Recenter werd ook in Tunesië een positief dier gevonden (vrouwelijk, 12 jaar oud, kudde van 72 dieren). Het is namelijk zo dat de verschillende kuddes vrij en los door elkaar roderen op de graasvelden van de Noord-Afrikaanse regio en dit over de grenzen heen.
De sleutelvraag is of prionziekte bij dromedarissen onder natuurlijke condities een infectieuze ziekte is. Bij scrapie (bij kleine herkauwers) en Chronic Wasting Disease (bij Cervidae), waar er eveneens een duidelijke aantasting van de lymfoïde weefsels beschreven is, is er onder natuurlijke condities horizontale transmissie mogelijk. Dit in tegenstelling tot BSE, atypische/Nor98 scrapie en de meeste humane prionziektes. Dit kan verklaard worden door het feit dat in vivo verspreiding van het abnormale eiwit (PrPres) naar de perifere weefsels noodzakelijk is om het prion in het milieu te verspreiden. De aanwezigheid van het PrPres in alle gecontroleerde lymfeklieren bij een aangetaste dromedaris doet dit laatste vermoeden.
Zuid-Amerikaanse Camelidae worden voornamelijk gehouden voor hun wol en vlees. Het vlees is heel mager. Eén van de meest populaire kameelachtigen is de alpaca die ook voor het leer gekweekt kan worden. Criahuidjes worden gebruikt als muurkleden.
In onze contreien is het houden van deze dieren vooral gericht op wolproductie en verkoop. Veel alpacahouders doen ook mee aan shows en tentoonstellingen; dit levert mooie prijzen en een goede reputatie van hun dieren op. Ook houden veel mensen ze als hobbydier.
De alpaca, lama, guanaco en vicugna maken, samen met de dromedaris en kameel, deel uit van de familie van de Camilidae. Tot in 2018 werden er bij Camelidae nooit prionziekten beschreven. De bovenstaande vaststelling brengt daar verandering in.
Echter, deze dieren maken deel uit van de Camelidae die leven in Zuid-Amerika (= “New World”). In tegenstelling tot kamelen en dromedarissen die hun habitat hebben in de schrale en dorre gebieden van Afrika (= “Old World”), zijn deze dieren gewoon te leven in bergachtige gebieden.
Het is moeilijk om de genetische oorsprong en relaties tussen de verschillende species te achterhalen daar er in de loop van de evolutie meerdere hybridisaties zijn opgetreden. Echter een studie heeft het gen verantwoordelijk voor de productie van het prioneiwit bij de alpaca vergeleken met deze van andere Camelidae en een aantal TSE-gevoelige dieren. Hieruit bleek dat er een uitgesproken homologie bestaat tussen de alpaca en de kameel (> 95 %), het schaap (>88%), het rund (>87%) en de hertachtige (> 88%).
Tot nu toe is er nog geen enkel geval van Camelidae, buiten de dromedaris (camelus dromedarius), waarbij prionziektes zijn vastgesteld. We moeten er echter rekening mee houden dat het niet volledig uitgesloten is dat TSE’s eveneens aangetroffen worden bij andere species, zoals alpaca’s, die ook bij ons gehouden worden.
Tot dusver is dit niet aan de orde en moet er eerst meer onderzoek gebeuren inzake de specifieke aard van de prionziekte bij de dromedaris en haar potentieel om infectieus te zijn en species-barrières te overbruggen. Wordt vervolgd!
Auteur: Stefan Roels
Referenties :