Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Begin maart werd een volwassen melkkoe (Holstein) binnengebracht die geëuthanaseerd was en verdacht van Hemorragic Bowel Syndrome. Verdere voorgeschiedenis was niet beschikbaar.
Bij autopsie bleek de voedingstoestand vrij goed. Echter, bij het openen van de borstholte was er een uitgebreide chronische pericarditis zichtbaar met ter hoogte van het linker hartoortje een grote bleke massa met een diameter van 20 cm met spekkig aspect en verspreid bloedingen op het snijvlak (Fig 1). Deze massa groeide door de wand heen en puilde uit in het linker atrium (Fig 2).
Figuur 1: Borst en buikholte (geopend): vertoont chronische pericarditis (pijlen) en een grote massa ter hoogte van het linker atrium (ster).
Figuur 2: Macroscopisch beeld geopend hart (sterren) langs linkerzijde met massieve ingroei van de tumor (T) in het linker atrium (pijl).
De lever was chronisch verkleefd met het diafragma en de netmaag, en hij was gestuwd met een goed gevulde galblaas. De urineblaas was goed gevuld maar had een normaal aspect. Ook de nieren, spieren en gewrichten vertoonden geen macroscopische afwijkingen. De magen waren ook normaal (ook netmaag) van inhoud en structuur. De darmen vertoonden evenmin noemenswaardige afwijkingen (geen Hemorragic Bowel Syndrome) en de uier was normaal lacterend zonder letsels. Nergens anders konden er nog tumorale massa’s teruggevonden worden.
Histopathologisch onderzoek van de tumormassa vertoonde hoofdzakelijk twee verschillende populaties van cellen en organisatie. Enerzijds was er een proliferatie van spoelvormige cellen die dens geordend lagen als bundels in verschillende richtingen en op meerdere plaatsen geordend in nesten afgelijnd met fibrovasculair stroma (Antoni Type A patroon) (Fig 3). Anderzijds bestond de massa uit een populatie van losliggende ronde tot ovale cellen met ronde kernen omgeven door variërende hoeveelheden van myxoïde matrix (Antoni Type B patroon) (Fig 4). De kernen waren vaak rond met condense chromatine en zelden een mitosefiguur. De massa lag vrij goed omschreven in aansluiting met de myocardvezels, alhoewel in de buurt van de grens er enkele solitaire haardjes van tumorcellen op te merken waren tussen de spiervezels.
De lever vertoonde massieve stuwing en bloeding met als gevolg depletie van leverweefsel. Ter hoogte van het resterende leverweefsel was er op meerdere plaatsen hyperplasie van de galgangen op te merken. Er was geen duidelijk ontstekingsinfiltraat aanwezig.
Figuur 3: Haematoxyline-eosinekleuring van tumor: Antoni type A patroon.
Figuur 4: Haematoxyline-eosinekleuring van de tumor: Antoni Type B patroon.
Het histopathologisch beeld was dat van perifere zenuwschede tumor (peripheral nerve sheath tumor (PNST)) met een infiltratieve groei in het myocard.
Op basis van het histopathologisch aspect van de kernen en de zeldzame mitosefiguren vermoeden we dat er hier eerder sprake is van een goedaardige variant van de tumor. Anderzijds was er een infiltratieve groei. Dergelijke tumoren zijn meestal traag groeiend en worden dus meestal bij oudere dieren gevonden.
In de beginfase zijn ze meestal toevalsbevindingen bij autopsie of slacht. Het is pas als de tumor groot is of functionele stoornissen veroorzaakt dat deze geassocieerd wordt met symptomen. In dit geval zal de tumor door zijn grootte en infiltratieve groei aanleiding gegeven hebben tot chronisch cardiale insufficiëntie.
Bij runderen zijn er ook kwaadaardige varianten van PNST met een multifocale distributie beschreven. Echter dergelijke gevallen worden regelmatig gezien als een simultaan multicentrisch manifesteren van een tumoraal proces, eerder dan een metastatisch proces uitgaande van een primaire tumor.
In ons geval is er eerder spraken van een primair infiltratief proces met secundaire pericarditis en vergroeiingen. Het proces in de buikholte zal waarschijnlijk een losstaande pathologie zijn uitgaande van de netmaag. Er konden echter geen duidelijke indicaties van een traumatische reticuloperitonitis (TRP), met andere woorden restanten van ijzerfragmenten, teruggevonden worden. De mogelijkheid van een primaire netmaagulcus als primaire oorzaak in de buikholte kon ook niet uitgesloten worden.
Auteurs: Stefan Roels & Emily Rolly
interessante casus, bewijst nogmaals het belang van een goed uitgevoerde autopsie na plotse sterfte en nader onderzoek van verdacht uitziende weefsels.