Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Een paar maanden geleden kregen we in de autopsiezaal een volwassen rund (vleestype) met als anamnese slikproblemen. De dierenarts vermoedde een paralyse van de slokdarm.
Bij autopsie vertoonde de slokdarm van het rund over het ganse verloop verschillende langwerpige erosies. Net caudaal van de epiglottis was de slokdarmmucosa sterk verdikt door chronische necrosehaarden met op snijvlak aanwezigheid van caseus materiaal (foto 1).
De slokdarm vormde ter hoogte van dit letsel een pocket die een ingedroogde prop voedselresten bevatte. Caudaal van dit letsel was de slokdarm algemeen gedilateerd en deze bevatte een vloeibare groene inhoud.
De lever vertoonde verspreid in het parenchym meerdere geelwitte haarden van caseus materiaal (foto 2). Ook op de overgang van netmaag en boekmaag waren dergelijke caseuze haarden aanwezig.
Histologisch werden deze letsels beschreven als een ernstige ulceratieve en fibrinonecropurulente oesophagitis en hepatitis.
Uit de letsels werden Fusobacterium necrophorum (anaerobe cultuur) en Trueperella pyogenes (aerobe cultuur) geïsoleerd.
Fusobacterium necrophorum is een gramnegatieve obligaat anaerobe kiem die behoort tot de normale flora van het ademhalingsstelsel en spijsverteringsstelsel bij runderen. Het is een opportunistische bacterie die weinig capaciteit heeft om een normaal epitheel te invaderen maar ontsteking veroorzaakt volgend op een mucosaal letsel dat dient als intredepoort. F. necrophorum is de veroorzaker van necrobacillose, een verzamelnaam van infecties die gepaard gaan met typisch necropurulente letsels die op diverse plaatsen in het lichaam kunnen voorkomen. De meest voorkomende aandoeningen bij runderen zijn oropharyngeale of laryngeale abcessen en leverabcessen (vaak secundair aan pensacidose en ruminitis).
De bacterie veroorzaakt geen acute sterfte maar geeft enerzijds wegkwijnen door verhongeren, laryngeale obstructie of slikproblemen, en anderzijds septicemie/toxemie volgend op stomatitis of osteomyelitis. Meestal is slechts een klein aantal dieren aangetast. Immunosuppressie of leeftijdsafhankelijke immunodeficiënties zijn vermoedelijk belangrijk bij de klinische uitkomst van de infectie. (Jonge) dikbilrunderen zijn gevoeliger voor de infectie, onder meer doordat de nauwere larynx en hogere luchtstroom een groter risico geven op het ontstaan van mucosale letsels.
Foto 1: Ingesneden letsel net caudaal van de epiglottis (ster): verdikte mucosa met hard caseus materiaal op doorsnede (gele pijlen). Ter hoogte van de slokdarmmucosa zijn langwerpige erosies zichtbaar (blauwe pijlen).
Foto 2: Lever: aanwezigheid van multipele necropurulente haarden verspreid in het parenchym (pijlen).
Auteurs: Annelies Vandekerckhove en Nermin Caliskan