Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
In Nederland was er eind 2021 een toename van klinische uitbraken van Mycoplasma gallisepticum (M.g.), de bacterie die CRD (chronic respiratory disease) of chronisch snot bij pluimvee veroorzaakt. Sinds begin dit jaar zijn ook in België zes bedrijven positief getest in de officiële monitoring. M.g. is een aangifteplichtige ziekte, die ook economische gevolgen heeft.
M.g. kent zowel een verticale als een horizontale transmissie bij vogels. De verticale transmissie is het hoogst tijdens de acute fase van de infectie maar kan ook voorkomen bij chronische infecties. Na het uitkippen kan M.g. zich horizontaal verspreiden tussen de nakomelingen. Ook vanuit hobbypluimvee, en in mindere mate vanuit wilde vogels, kan M.g. spreiden naar commercieel pluimvee. De horizontale verspreiding kan zowel via direct en indirect contact gebeuren, alsook aerogeen over korte afstanden.
Een dier wordt geïnfecteerd na opname van besmette partikels via de ademhalingswegen of de conjunctiva waarna M.g. vermeerdert ter hoogte van de luchtwegen. Daar kan de bacterie gedurende lange tijd aanwezig blijven. Ook systemische infecties kunnen voorkomen.
De infectie kan subklinisch verlopen. Een subklinische infectie kan evolueren naar een klinische infectie onder invloed van verschillende factoren, zoals de aanwezigheid van andere pathogenen en stress- en managementfactoren. Ook de ernst van de symptomen is afhankelijk van deze factoren.
Bij een klinisch verloop kunnen ademhalingssymptomen waargenomen worden zoals dyspnee, proesten, rochelen en neusvloei. Ook conjunctivitis kan gezien worden. Verder kunnen algemene symptomen zoals verminderde prestaties (onder meer verminderde groei en eiproductie) en een verhoogde mortaliteit optreden. Ook een lager uitkippercentage en een verhoogde afkeur in het slachthuis kunnen het gevolg zijn van een M.g.-infectie.
Mycoplasma gallisepticum kan voorkomen bij pluimvee van alle leeftijden. Jongere dieren vertonen wel sneller klinische symptomen. Kalkoenen zijn gevoeliger voor M.g. dan kippen. Een infectie bij kalkoenen kent dan ook vaak een ernstiger klinisch verloop. Mogelijke symptomen zijn sinusitis waarbij een zwelling te zien is van de infra-orbitale sinus en encefalitis.
Bij een vermoeden van een infectie met M.g. kan de diagnose gesteld worden door het aantonen van antistoffen in het bloed op voorwaarde dat de dieren niet gevaccineerd zijn. Een ELISA is hiervoor de meest gevoelige en specifieke methode. De kiem zelf kan aangetoond worden met behulp van PCR op tracheale swabs bij levende dieren. Bij dode dieren kan deze PCR uitgevoerd worden op stalen van de longen, luchtzakken en/of trachea.
Bij autopsie kunnen volgende letsels waargenomen worden:
Omwille van de verminderde prestaties en ook de invloed op de handel kan M.g. heel wat economische gevolgen met zich meebrengen. De huidige aanpak van M.g. is gebaseerd op:
Auteurs: Joke Van Raemdonck, Charlotte Brossé, Tamara Vandersmissen