Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Naast de doodsoorzaak worden bij vleesvarkens op het autopsieverslag bevindingen vermeld die indicatief zijn voor een Ascaris suum infectie. Dit is de meest voorkomende nematode in de varkensindustrie in België. De infectie kan zich op verschillende manieren manifesteren.
De twee belangrijkste organen die duidelijke veranderingen vertonen bij een parasitaire migratie van Ascaris suum zijn de longen en de lever. Hieronder illustreren we eerst de aanwezigheid van volwassen nematoden in de darmen en de maag, en vervolgens gaan we wat meer in detail in op de letsels in de lever en de longen.
Maagdarmstelsel
Af en toe zien we de macroscopische aanwezigheid van volwassen wormen in maag en/of in het jejunum. Soms leven de nematoden nog op het moment van de autopsie. Alhoewel ze voornamelijk aanwezig zijn in de bovenste helft van het darmkanaal, kunnen ze door migratie of door reflux na de dood terechtkomen in de maag (figuur 1). De volwassen (vrouwelijke) spoelwormen kunnen tot 40 cm lang worden.
Meestal beschouwen we dit als een toevalsbevinding. Echter, de volwassen wormen kunnen ook darmobstructie of darmperforatie veroorzaken.
De maximale eiuitscheiding treedt op 8 à 10 weken na de besmetting. Geïnfecteerde dieren kunnen honderdduizenden eieren per dag uitscheiden wat leidt tot een sterke besmetting (eveneens van de omgeving).
Na orale opname van de wormeieren komen L3-larven vrij in het lumen van de darmen. Deze larven dringen door de wand van het caecum of het colon en komen via de portale circulatie terecht in de lever. Van hieruit passeren ze de longen (al vanaf 3-5 dagen na de oorspronkelijke infectie). Larven migreren richting de farynx waar ze worden ingeslikt. Ze belanden opnieuw in het intestinale lumen waar ze matureren (dit kan tot 6 weken duren).
Figuur 1: Geopende maag, met hierin volwassen Ascaris-wormen.
Lever
In de lever wijzen white spots (figuur 2) op een infectie met Ascaris suum. Deze zijn het gevolg van de schade van de migratie van de parasiet (necrose, bloeding en ontsteking), gevolgd door herstel met bindweefsel (littekenweefsel). Dit littekenweefsel is een indicatie voor een vrij recente infectie.
De grootte van deze laesies varieert van enkele millimeters tot centimeters. Ongeveer 10 dagen na de migratie van de larven zijn de letsels maximaal zichtbaar. Na het verdwijnen van de larven is er regressie mogelijk, na 2 maanden kunnen de white spots volledig verdwenen zijn. Mestonderzoek heeft op dit moment van de infectie nog geen zin.
Deze leverletsels zijn niet zozeer van klinisch belang, maar leiden tot economische verliezen door afkeuring in het slachthuis.
Figuur 2: Lever met white spots (uitgebreide vs. minder uitgebreide letsels).
Longen
Na de passage in de lever (3-5 dagen na infectie) migreren de larven naar de longen (via centrolobulaire venen, vena cava, rechterhart en arteria pulmonalis). Symptomen zoals hoesten of dyspnee kunnen aanwezig zijn, dit tot 6-14 dagen na infectie. Pulmonaire migratieletsels beperken zich vooral tot kleine bloedingen onder de pleura en in het longparenchym (figuur 3).
Histologisch worden larven niet altijd opgemerkt. Als ze aanwezig zijn, zijn ze duidelijk herkenbaar (figuur 4). Op dit tijdstip van de infectie is mestonderzoek nog steeds negatief.
Zijn larven histologisch niet zichtbaar, dan kan een infectie toch niet uitgesloten worden. Aantasting van de long door de larvaire migratie fungeert als een goede voedingsbodem voor een secundaire bacteriële pneumonie.
Figuur 3: Longen in situ, oedemateus aspect met puntbloedingen.
Figuur 4: Long; detail van een alveolus met overlangse (blauwe pijl) en dwarse (groene pijl) doorsnedes door Ascaris-larven.
Auteurs: Nermin Caliskan en Emily Rolly