Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Vorige zomer werd er een ooi opgehaald voor autopsie met een voorgeschiedenis van parasitaire worminfecties.
Het schaap had een goede voedingstoestand. Ter hoogte van longen en lever (Foto 1, Foto 2 en Foto 3) werden pyogranulomateuze abcessen (pyogranulomen) met discrete adhesieve, fibrineuze pleuritis gezien (chronische letsels). De lymfeknopen waren bij deze ooi niet aangetast.
Na bacteriologisch onderzoek werden hieruit Corynebacterium pseudotuberculosis en bijkomend Bibersteinia trehalosi geïsoleerd.
Foto 1: Long met abcessen ter hoogte van de (cranioventrale) kwabben (zie pijl en cirkel).
Foto 2: Ingesneden longabces, bleke groene pasteuze inhoud.
Foto 3: Detail van twee abcessen in het leverparenchym (gele cirkels). kwabben (zie pijlen en cirkel).
Corynebacterium pseudotuberculosis is een kiem die langdurig kan overleven in de omgeving. Kleine herkauwers raken besmet met C. pseudotuberculosis door penetrerende wonden in de huid of de mondholte (zeker in het geval van aantasting van oppervlakkige lymfeknopen). Eenmaal de bacterie de dermis/submucosa heeft bereikt wordt deze opgenomen door neutrofielen en macrofagen. Deze ontstekingscellen komen daarna in de regionale lymfeknopen terecht. Daar kunnen ze vermenigvuldigen en kunnen ze pyogranulomen/abcessen gaan vormen. Geïnfecteerde macrofagen verlaten deze plaats van vermenigvuldiging en komen terecht in andere lymfeknopen en organen (voornamelijk de long). Daar kunnen ze dan op hun beurt opnieuw aanleiding geven tot de vorming van abcessen.
Een andere route is mogelijk orale/aerogene opname van de kiem. Bij aantasting van inwendige organen vermageren de dieren en kunnen ze sterven. Wanneer de oppervlakkige lymfeklieren aangetast worden en de abcessen openbreken, dan kan de kiem zich verspreiden in de omgeving en kunnen andere dieren uit de kudde besmet raken.
Behandeling met antibiotica is weinig zinvol. De bacterie is een intracellullaire kiem waardoor het antibioticum deze moeilijk kan bereiken.
Er bestaat geen vaccin tegen de ziekte. In Nederland bestaat een CL-bestrijdingsprogramma waar ook Vlaamse geitenhouders aan deelnemen. De insteek van dit programma is regelmatige serologische screening van de kudde en opruimen van positieve dieren. Omdat de abcessen bij schapen voornamelijk inwendig voorkomen en dus minder zichtbaar zijn, is de ziekte bij schapen ook minder goed gekend.
Let goed op, het is een zoönotische kiem. Besmetting van dier naar mens is mogelijk door consumptie van rauwe melk en door rechtstreeks contact met de kiem (na bijvoorbeeld openbreken van een abces). Het aantal beschreven humane gevallen is heel beperkt en betreft voornamelijk slachthuispersoneel.
Auteurs: Nermin Caliskan, Emily Rolly en Eva van Mael