Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Recent werd Veepeiler gecontacteerd voor ondersteuning op een melkveebedrijf waar reeds enkele koeien heel acuut waren gestorven. De dieren hadden symptomen die op het eerste gezicht deden denken aan hyperacute Escherichia coli mastitis met heel snelle verslechtering van de algemene toestand en sterfte.
Opvallend was dat de bedrijfsdierenarts ook melding maakte van donkerrode urine en bloedbijmenging in het uiersecreet; bij sommige koeien zelfs in meer dan één kwartier. Sommige dieren hadden ook hoge koorts; de meeste gingen binnen de 24 uur dood met algemeen shockbeeld.
Beschrijving en diagnose:
Eén van de laatst ziek geworden dieren werd omwille van een heel slechte prognose geëuthanaseerd en opgehaald door DGZ voor autopsie. Op lijkschouwing werd macroscopisch een icterisch beeld vastgesteld met sterk gezwollen lever. Er werd mastitis geconstateerd in het linker en rechter voorkwartier, met bloedbijmenging in dat laatste. De uierlymfeknopen waren zeer sterk opgezet. In de nieren was stuwing te vinden met aanwezigheid van donkerrode urine in de blaas (hematurie/hemoglobinurie).
Histologisch was het beeld van acute centrolobulaire levernecrose en acute fibrinosuppuratieve tot necrotiserende mastitis opvallend.
Gezien het autopsiebeeld (bloed in urine) en de anamnese werden analyses uitgevoerd voor PCR Leptospira (18 strains) en Mycoplasma bovis. Beide testen waren negatief. Ook werd een leverstaal ingezet voor koperbepaling om koperintoxicatie uit te sluiten. Dit onderzoek gaf geen toxische concentraties van koper in het leverweefsel.
Uit het uierweefsel van het aangetaste kwartier kon evenwel via bacteriologisch onderzoek (standaard aerobe cultuur) Bacillus cereus gedetecteerd worden.
In de literatuur wordt in een aantal gevallen van acute gangreneuze mastitis B. cereus als oorzaak gemeld (Schiefer B. 1976, Can.Vet. Journal). Hierbij wordt ook een acute, focale hemorrhagische necrotiserende mastitis beschreven samen met lymfadenitis van de supramammaire lymfeknopen, secundaire algemene hemolyse en hemoglobinurie (donkerrode urine!). In de lever van deze gevallen werd ook een centrolobulaire hypoxische necrose vastgesteld. Deze bevindingen kwamen allemaal van dieren die acuut stierven met een toxemisch beeld (Schiefer B. 1976, Can.Vet. Journal).
Deze grampositieve, sporevormende bacterie komt ubiquitair voor. Mogelijke bronnen van contaminatie die dikwijls worden aangehaald zijn gecontamineerd strooisel (vooral beddingmateriaal met meer dan 30% vochtgehalte en verhoogde pH door bv. urinaire verontreiniging), gecontamineerd voeder (zoals restproducten van de bierbrouwindustie) en gecontamineerde mest (Magnusson M. 2007, Journal Dairy Sciense).
Besmetting door intrammammaire behandelingen met antibiotica gecontamineerd met B. cereus-spores is ook beschreven (Schiefer B. 1976, Can.Vet. Journal).
Op het Vlaamse bedrijf stierven uiteindelijk drie dieren waarna de gevallen stopten. De andere twee dieren konden niet verder onderzocht worden waardoor zeker voor deze twee de twijfel blijft of het om gevallen van hyperacute colimastitis ging of eerder ook om Bacillus cereus. Voor het geval waarin we wel Bacillus cereus terugvonden, kon niet met zekerheid een oorzakelijke contaminerende bron gedetecteerd worden, maar een drastische rantsoenaanpassing kan een rol gespeeld hebben.
Auteurs: Koen De Bleecker en collega’s Autopsie