Histologie is voor sommigen een relatief onbekend terrein binnen de veterinaire pathologie. Nochtans vormt het histopathologisch onderzoek van organen of weefselbiopten vaak een essentieel puzzelstukje, nodig voor het stellen van de diagnose. Bij weefselbiopten kan dit onderzoek helpen bij het kiezen van de meest geschikte behandeling. Maar welke informatie geeft de beschrijving van het histopathologisch onderzoek die u op het beproevingsverslag vindt? En wat is een goed monster voor dit onderzoek? We lichten dit graag toe.
Welke informatie geeft het histopathologische verslag?
De histopatholoog beschrijft op het beproevingsverslag de pathologische veranderingen in weefselstukjes genomen tijdens autopsie of biopsie en tracht aan de hand hiervan een conclusie op te stellen. In het verslag vindt u een beschrijving van:
- de aard van het weefsel. Dit beschrijft welk orgaan, bot, pees enz. histologisch onderzocht werd.
- de aard van de letsels. Gaat het bijvoorbeeld om een tumor, een inflammatie, een degeneratief proces. Bij inflammatie wordt beschreven welk type ontstekingscellen aanwezig zijn. Deze informatie zegt iets over de aard en chroniciteit van de letsels. Bij parasitaire migratie zullen er bijvoorbeeld eosinofielen in het onderzochte weefsel aanwezig zijn. Een granulomateuze inflammatie wijst dan weer op een chronische aandoening.
- de uitgebreidheid van de letsels. Deze kunnen focaal, multifocaal of diffuus zijn. Bij tumoren wordt gekeken naar de mate waarin deze invasief zijn en of er indicaties voor metastasen zijn.
- de verdeling van de letsels. Dit beschrijft welke onderdelen van het weefsel letsels vertonen. Zijn bijvoorbeeld in de longen enkel de bronchiolen of de longblaasjes aangetast, of allebei?
- het resultaat van speciale kleuringen. Naast de histologische kleuringen die standaard uitgevoerd worden, zoals de HE- of hematoxyline-eosinekleuring, kunnen er ook speciale kleuringen zoals een histochemische kleuring aangevraagd worden. Hierbij is de kleuring het gevolg van een chemische reactie tussen de kleurstof en de weefsel- en celcomponenten. Deze speciale kleuringen kunnen specifieke agentia of weefselstructuren aantonen. Zo wordt de histochemische PAS- of Periodic Acid Schiff-kleuring gebruikt om schimmelhyfen te detecteren. Er bestaan ook immunohistochemische kleuringen; deze zijn gebaseerd op het zichtbaar maken van antilichaam-antigeencomplexen. Dit type kleuringen wordt bijvoorbeeld gebruikt om de aanwezigheid van Lawsonia intracellularis aan te tonen, de bacterie die PIA of porciene intestinale adenomatose veroorzaakt.
Interactie praktijkdierenarts en patholoog
Om het maximum uit histopathologisch onderzoek te halen is een goede interactie tussen praktijkdierenarts en patholoog essentieel. Hoe meer input we van u als praktijkdierenarts krijgen, hoe beter we samen de diagnosepuzzel kunnen maken.
Bezorg ons daarom zo veel mogelijk informatie. Vermeld op het aanvraagformulier diersoort, ras, leeftijd, van welk orgaan u een monster(s) nam, een beschrijving van eventuele macroscopische letsels die het dier vertoonde met de locatie ervan en de datum van monstername. Deze informatie is essentieel om de differentiaaldiagnose zo nauw mogelijk te maken. Vinden we bijvoorbeeld bij een neonataal kalf een necrotiserende hepatitis, dan kan dit het gevolg zijn van een bacteriële septicemie vanuit de navel. Vinden we een gelijkaardig histopathologisch beeld bij een volwassen rund, dan kan gedacht worden aan een onderliggende rumenitis.
Goede fixatie van weefsel essentieel voor goede interpretatie van histopathologisch onderzoek
Neemt u tijdens een bedrijfsbezoek zelf de monsters voor histologisch onderzoek, dan zijn volgende punten een must:
- Fixeer het monster zo snel mogelijk na de staalname. Hiervoor zijn vooraf gevulde potjes formol te verkrijgen.
- De grootte van het weefselmonster is maximaal 1 x 1 x 1 cm.
- Beperk het aantal weefselmonsters tot maximaal drie orgaanstukjes per potje.
- Bewaar het monster bij kamertemperatuur. Koude temperaturen, en zeker bevriezen, vertragen de fixatie en zijn nefast voor de histologische beoordeling van het monster.
Formaldehyde is irriterend, corrosief en kan allergische reacties veroorzaken. Het is bovendien carcinogeen. Het dragen van handschoenen is daarom ten zeerste aangeraden.
Fixatie met formaldehyde is geen belemmering voor het uitvoeren van immunohistochemische kleuringen. Bijkomende onderzoeken, zoals bacteriologische cultuur of PCR’s, zijn echter niet meer mogelijk op gefixeerd materiaal.
Auteurs: Katrijn Rosiers, Han Versnaeyen en Veronique Saey
