Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
De laatste tijd worden er meer pauwen bij DGZ binnengebracht voor autopsie. De meeste van deze dieren hebben een historiek van vermageren en daaropvolgend sterfte. In dit artikel bespreken we twee van deze gevallen.
In beide dossiers waren de dieren duidelijk mager met atrofie van borstspieren. Alle dieren vertoonden gelijkaardige veranderingen in de lever. Deze werden gekenmerkt door kleine wit-gele foci (0,2-1 cm) verspreid in het leverparenchym. Bij één groep van dieren waren de lumina van de caeca gevuld met wit-gele caseonecrotische “plugs”. Bij een andere groep van dieren was er eveneens fibrineus beleg aanwezig in de craniale luchtzakken, rond het hartzakje (pericarditis) en was er aanwezigheid van kleine caseonecrotische nodules aan de serosazijde van de caeca (vermoeden van zogenaamde coligranuloma’s).
Figuur 1: Macroscopisch beeld van de lever met verspreid wit-gele foci (gele pijlen) en een goed gevuld duodenum (zwarte contour; volledige lumen was geoccludeerd met rondwormen). Bemerk ook de afzetting van fibrine in het craniaal deel van de coeloomholte.
Histologisch vertoonden de onderzochte levers gelijkaardige veranderingen. Er was een duidelijke demarkering tussen het aangetaste en niet aangetaste leverweefsel. Er was zo goed als volledige dissociatie van alle hepatocytenbalkjes. Het aangetaste parenchym viel volledig uit elkaar en werd vervangen door vrij grote aantallen van extracellulaire protozoaire structuren (trofozoïten) omgeven door vrij grote aggregaten van lymfocyten, plasmacellen, met rondom proliferatie en vorming van tubulaire structuren (galganghyperplasie en oval cell proliferatie). Deze trofozoïten zijn diagnostisch voor Histomonas meleagridis (figuur 2). In één van de gevallen waren er verschillende aansnijdingen van nematoden (vermoedelijk Heterakis sp.) aanwezig die omgeven worden door vrij grote aantallen heterofielen en necrotisch materiaal. Multifocaal was er ook vorming van weinig cellulaire granulomen.
Figuur 2: Histopathologisch beeld van de lever: Op deze plaats is het leverparenchym vervangen door multipele Histomiaden (blauwe cirkels) die variëren in diameter welke omgeven worden door een opgeklaarde halo.
Het resultaat van de bacteriologische analyse was in beide dossiers gelijkaardig. Namelijk isolatie van een reincultuur van Escherichia coli uit lever, luchtzak en coeloomholte. Daarnaast werd er ook parasitair onderzoek verricht (coproscopie (flotatie)) waaruit bij het eerste geval een belangrijke infestatie van Ascaridia sp. (EPG 5200), Capillaria sp. (EPG 340000), Eimeria sp., (OPG 3600), Strongyliden sp. (EPG 400) en Heterakis species (EPG 7600) kwam. Het tweede geval was negatief voor endoparasieten.
Histomonas meleagridis is een eencellige parasiet die de ziekte “Blackhead” veroorzaakt. Ze vertoont een typische levenscyclus gedragen door de rondworm Heterakis die ook in de caeca van pluimvee leeft. Histomonas parasieten worden doorgegeven van dier tot dier in de eieren van deze Heterakis rondwormen die zich in de ontlasting bevinden. De dikke schaal van het wormei beschermt het fragiele Histomonas organisme. Als deze eieren opgenomen worden door andere hoenderachtigen, dan breekt het ei open ter hoogte van de caeca waardoor er meer ronde wormen geproduceerd worden. Daarbij komt ook het Histomonas organisme vrij, dat zich vermenigvuldigt en mogelijk ziekte veroorzaakt.
Pauwen, kalkoenen en kwartels (zowel de wilde variant (Turnix spp) als gedomesticeerde variant (Coturnix spp)) zijn gevoeliger voor “Blackhead” dan kippen. Vaak ziet men dat deze dieren zeer ziek worden en zelfs sterven wanneer ze in contact komen met geïnfesteerde ontlasting van kippen, terwijl de kippen zelf gezond blijven (door hun sterkere natuurlijke immuniteit) en geen tekenen van ziekte vertonen (zogenaamde asymptomatische dragerdieren).
Een belangrijke evolutie is dat ook directe overdracht van de Histomonas melegaridis parasiet tussen dieren kan optreden zonder dat de tussengastheer teruggevonden wordt.
Wat Histomonas extra gevaarlijk maakt, is dat ze bij opname in het gastro-intestinaal stelsel, ook kan migreren naar andere organen. Dit in de eerste plaats naar de lever en daarna ook naar andere organen zoals de milt, nieren en longen. Daardoor kunnen bij gecompliceerde infestaties niet alleen zware bloedingen ontstaan (door migrerende parasieten), maar ook uitgesproken weefselschade. Daarbij komt nog dat deze letsels secundair gecompliceerd kunnen worden door bacteriële infecties (zoals E. coli, Salmonella sp., …).
Figuur 3: Levenscyclus van Histomonas :
A) Histomonas meleagridis is aanwezig in de eieren en volwassen caecale wormen; B) transmissiewegen van Histomonas en Heterakis: In hoederachtigen zitten de wormen in het ceacum. De eieren worden via de faeces buiten de gastheer uitgescheiden en embryoneren. Pluimvee kan dan direct de geëmbryoneerde eieren heropnemen. Alternatief kunnen deze eieren ook opgenomen worden door paratenische gastheren of mechanische vectoren zoals volwassen donkere kevers, die dan op hun beurt opgenomen worden door kippen. Als de caecale wormlarvae uitkomen, wordt Histomonas vrijgesteld ter hoogte van het intestinale lumen. Als de ontlasting pathogene Histomonas bevat, kan het direct overgedragen worden naar andere kippen via cloacaal drinken; C) Levenscyclus van de Alphitobius diaperinus (donkere kever) die als paratenisch insect wordt voorgesteld. (Beckmann et al, 2021).
De analyses van deze dieren duiden op een associatie van een parasitaire infestatie (Heterakis) met een Histomonas meleagridis infectie. In al deze gevallen was de lever aangetast. In een van de gevallen (figuur 2) was er een erg uitgebreide nematodeninfectie, waardoor enkele van deze rondwormen vermoedelijk via de galwegen opgeklommen zijn naar de lever. De erge aantasting van het leverweefsel, zowel door Histomonas meleagridis als eventuele parasitaire migratie, vormt een ideale voedingsbodem voor een secundaire bacteriële infectie.
Het valt op dat we de laatste tijd meer gevallen krijgen van Histomonas meleagridis. Dit is mogelijk te wijten aan het uit de markt halen van medicatie die vroeger met succes gebruikt werd in de industriële pluimveesector, maar vanwege hun genotoxisch en kankerverwekkend vermogen voor de mens (hamstermodel) niet meer gebruikt mag worden. Om deze reden zullen er mogelijk ook meer gevallen bij kippen (met buitenbeloop) teruggevonden worden.
Auteurs: Stefan Roels en Nermin Caliskan