Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Wekelijks ontvangen we bij DGZ konijnen voor autopsie, zowel hobbydieren als industrieel gehouden konijnen. De klachten waarmee de dieren binnengebracht worden zijn heel uiteenlopend. In dit artikel focussen we op twee verschillende hobbygevallen.
Bij het ene konijn was er sprake van zenuw- en bewegingsstoornissen (o.a. cirkelgang, omvallen en oogletsels), terwijl het andere dier plots overleed na de klacht van hematurie.
Het dier met de zenuwsymptomen toonde bilaterale vertroebeling van de cornea (foto 1). De nieren van de twee konijnen waren gezwollen met subtiele puntvormige verzonken gebieden (foto 2). Bij beide dieren waren de hersenen macroscopisch niet afwijkend.
Foto 1 (links) en foto 2 (rechts): Vertroebeling van de cornea (rechteroog) en detail van de gezwollen nier met subtiele kleine verzonken gebieden (blauwe pijl).
Verder parasitair mestonderzoek en bacteriologisch onderzoek leverden geen resultaat op.
Aan de hand van histologisch onderzoek bleek er een ernstige nonsuppuratieve meningoencephalitis te zijn en her en der voornamelijk plasmacelrijke infiltraten in de nieren. Door middel van bijkomende histochemische kleuringen (PAS en Ziehl Neelsen) werd de intracellulaire parasiet aangetoond (foto’s 3 en 4) en dit is passend bij een infectie met Encephalitozoon cuniculi.
Het is niet altijd eenvoudig om de diagnose te stellen; van groot belang is de anamnese, zodat er wordt overgegaan tot histologisch onderzoek van de hersenen. Omdat de parasiet niet steeds histologisch te zien is, is de combinatie van de anamnese, de macroscopische en microscopische letsels belangrijk om tot de waarschijnlijkheidsdiagnose van encephalitozoönose te komen.
Foto 3: PAS-kleuring toont de intracellulaire parasiet (blauwe pijl) in de hersenen (100x vergroting, olielens).
Foto 4: Ziehl Neelsen-kleuring toont de zuurvaste parasitaire spores (blauwe pijl) in het tubulusepitheel van de nier (40x vergroting).
Infectie van dieren met de parasiet gebeurt via orale opname, inhalatie of transplacentair. Van hieruit bereikt het organisme de bloedbaan (in macrofagen). Zo baant het zich een weg naar de diverse organen waarin het de gastheercellen infecteert.
De dieren scheiden de parasiet voornamelijk uit via de urine, maar dat kan ook via de faeces gebeuren.
Encephalitozoon cuniculi is een parasiet, meer specifiek een microsporidia die zich intracellulair bevindt. Het organisme kan zich in verschillende organen ontwikkelen, maar is vaak het makkelijkst histologisch te zien in de nieren en de hersenen, voornamelijk in de acute fase van de infectie.
Bij chronische infecties is het moeilijker om de organismen microscopisch te zien. Macroscopisch kunnen de letsels minimaal tot zelfs afwezig zijn. In de nieren kunnen er subtiele veranderingen zijn zoals kleine putvormige foci in de cortex (foto 2). In het centraal zenuwstelsel en de nieren kan een granulomateuze ontstekingsreactie ontstaan. Verschillende structuren van het oog kunnen aangetast worden wat soms macroscopisch zichtbaar is.
Asymptomatische dragerdieren komen ook voor. Onder invloed van stress kan een infectie met symptomen optreden.
Deze twee gevallen tonen aan dat de symptomen van een besmetting met Encephalitozoon cuniculi heel variabel kunnen zijn en dat aan deze parasiet gedacht moeten worden bij het zieke konijn.
Daarnaast zijn er al enkele gevallen beschreven waarbij ook andere zoogdieren besmet kunnen raken met deze parasiet, waaronder voornamelijk honden en vossen, maar ook knaagdieren, paarden en zelfs de mens! De bron is dan in vele gevallen contact met een besmet konijn (of kadaver).
Auteurs: Nermin Caliskan en Emily Rolly