Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Een mannelijke gespeende big van 13 kg werd aangeboden voor autopsie na acute sterfte in het kader van de verhoogde waakzaamheid van Afrikaanse varkenspest. Bijkomende onderzoeken mochten niet worden ingezet.
Tijdens de autopsie waren de longen vrij volumineus door stuwing en oedeem. Bilateraal was er beginnende (mucopurulente) bronchopneumonie. Bijkomend was er hypostase van de volledige rechter longhelft (i.e. postmortaal uitzakken van erythrocyten in dit geval). Opvallend was het gedilateerd aspect van de hartventrikels met uitdunning van de ventriculaire wanden en het interventriculair septum (dilatorische cardiomyopathie). Het epicard en de hartkleppen waren niet afwijkend. De lever was erg gestuwd.
Foto 1: Dilatatie van zowel het linker (LV) als rechter (RV) ventrikel. Beginnende bronchopneumonie aangeduid met zwarte markering.
Foto 2: Dwarse doorsnede ter hoogte van de ventrikels van het hart. Sterke dilatatie van het linker (LV) en rechter (RV) ventrikel met uitdunning van de ventriculaire wanden en het interventriculair septum (IVS). Opvallend is het sterk vergroot lumen van het linker ventrikel. Dit ten gevolge van verlies van cardiomyocyten, welke vervangen werden door (subendocardiale) fibrose (gele pijlen).
Dilatorische cardiomyopathie wordt erkend bij verschillende diersoorten zoals honden, katten en mensen. Spontane dilatorische cardiomyopathie, zoals in dit geval, wordt slechts sporadisch beschreven bij het varken. De pathogenese is tot op heden nog onzeker. Zowel genetische als niet-genetische factoren zouden een rol kunnen spelen. Acute sterfte zonder voorafgaande klinische symptomen zou te wijten kunnen zijn aan het plots optreden van een ventriculaire geleidingsstoornis met secundaire cardiogene shock tot gevolg doordat het hart onvoldoende het bloed kan rondpompen in het lichaam. Dieren met een hartafwijking zijn eveneens gevoeliger voor secundaire pneumonie. Langdurig longoedeem vormt namelijk een geschikte voedingsbodem voor onder meer bacteriën.
Auteurs: Nermin Caliskan