Elk jaar maakt DGZ per diersoort een gedetailleerd activiteitenverslag over de autopsiewerking met een overzicht van de meest voorkomende doodsoorzaken of letsels per leeftijdscategorie. Ook in 2020 zette de stijgende trend van het aantal autopsieverslagen en het aantal onderzochte dieren zich door, wat de epidemiologische bewaking ten goede komt.
In 2020 werden net geen 10.000 dieren onderzocht. 3509 van deze lijkschouwingen gebeurden binnen het abortusprotocol voor rundvee en kleine herkauwers. Van de overige lijkschouwingen vond het merendeel plaats in het kader van algemene diagnostiek en de epidemiologische bewaking, een kleiner deel kadert in projecten van Veepeiler.
Bij een lijkschouwing wordt een grondige postmortale evaluatie van het kadaver uitgevoerd door een dierenarts veterinaire pathologie. Op basis van de aangeleverde anamnese en de vaststellingen bij de lijkschouwing wordt een voorlopige diagnose gesteld en worden specifieke monsternames en aanvullende onderzoeken verricht om deze diagnose te bevestigen of ontkrachten.
Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen van het voorbije werkjaar voor de diverse diersoorten:
Rundvee
- In 2020 was pneumonie de belangrijkste vastgestelde doodsoorzaak. Dit was zo voor alle diercategorieën, met uitzondering van de kaveren jonger dan 1 maand, waar enteritis de belangrijkste doodsoorzaak was.
- De voornaamste veroorzakers van pneumonie waren zowel van bacteriële oorsprong (Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida, Mycoplasma bovis, Histophilus somni) als van virale oorsprong (BRSV, PI3). Bij jonge kalveren werd bij een derde van de gevallen een aspiratiepneumonie aangetoond door middel van histologisch onderzoek. Bij de oudere kalveren was de primaire oorzaak van pneumonie vaak viraal met als meest voorkomende etiologie BRSV. Bij de dieren ouder dan 2 jaar was de voornaamste veroorzakende kiem Mannheimia haemolytica.
Varkens
- Bij varkens zagen we in 2020 over alle leeftijdscategorieën heen een gemiddelde stijging van 36% van het aantal uitgevoerde lijkschouwingen ten opzichte van 2019, ten opzichte van 2018 was dit zelfs een stijging van 67%. Deze stijging was vooral te wijten aan een toename van het aantal lijkschouwingen in het kader van de verhoogde waakzaamheid Afrikaanse Varkenspest. Naar aanleiding van de uitbraak van AVP bij everzwijnen in 2018 dienen varkens immers een onderzoek naar dit virus te ondergaan voor de start van elke behandeling.
- Net zoals in de laatste 5 jaar was pneumonie ook in 2020 de belangrijkste veroorzaker van sterfte, gevolgd door enteritis. Zowel bacteriële (Pasteurella multocida, Actinobacillus pleuropneumoniae, Mycoplasma hyopneumoniae) als virale oorzaken (PRRSv, PCV2, influenza) van pneumonie werden teruggevonden.
- Sepsis met endocarditis, polyserositis en meningitis/encephalitis werden heel frequent vastgesteld als doodsoorzaak bij zuigende biggen, gespeende biggen en jonge vleesvarkens. Deze ziektebeelden werden in net geen 70% van de dossiers veroorzaakt door Streptococcus suis.
- Bij fokvarkens werd in bijna een derde van de gevallen een liggingsverandering vastgesteld als doodsoorzaak.
Kleine herkauwers
- In 26,4% van de gevallen was een parasitaire infestatie de oorzaak van sterfte bij kleine herkauwers. Dit is een daling ten opzichte van 2018 en 2019 toen dit percentage nog op respectievelijk 32,9% en 34% lag.
- Verder kwamen vooral (pleuro)pneumonie veroorzaakt door M. haemolytica, enterotoxinaemie, sepsis en meningitis/encephalitis veroorzaakt door Listeria monocytogenes frequent voor.
Kameelachtigen
- In 2020 werden ongeveer 30 kameelachtigen (alpaca’s en lama’s) gelijkschouwd. Dit is bijna een verdubbeling van het aantal lijkschouwingen ten opzichte van 2019.
- Sepsis, enterotoxinaemie veroorzaakt door Clostridium perfringens en een parasitaire infestatie uitgelokt door strongyliden waren de voornaamste oorzaken van sterfte bij deze diersoort.
Pluimvee
- Zoals de voorgaande jaren is ook in 2020 bacteriële sepsis opgewekt door Escherichia coli de voornaamste doodsoorzaak bij pluimvee, gevolgd door een parasitaire infestatie en dooierrestontsteking.
- 114 inzendingen werden onderzocht in het kader van screening voor aviaire influenza omwille van verhoogde sterfte of het optreden van symptomen die hier mogelijk aan gelinkt kunnen worden. Bij één inzending testte een pool van organen positief voor aviaire influenza; deze stam werd verder gekarakteriseerd als een hoogpathogeen virus van het type H5N5. Eén dossier was positief voor Newcastle disease (NCD); het virus werd gekarakteriseerd als een lentogeen pathotype.
Paarden
- In 2020 werden 60 paardachtigen aangeboden in onze autopsiezaal, waaronder ook 35 geaborteerde foetussen of neonatale veulens voor autopsie en/of gerichte monstername voor het opsporen van mogelijke infectieuze oorzaken van abortus of vroeggeboorte.
- Net als voorgaande jaren waren gastro-intestinale veranderingen de belangrijkste doodsoorzaak bij de volwassen dieren. Deze omvatten onder meer liggingsveranderingen, impacties, zandkoliek en rupturen van maag en rectum.
- Bij de geaborteerde foetussen of doodgeboren veulens werd door middel van PCR-onderzoek in 5 gevallen equine herpesvirus type 1 (EHV-1) gedetecteerd en in 3 gevallen werd leptospirose teruggevonden. In 4 gevallen werd een bacteriële oorzaak aangetoond.
Konijnen
- In 2020 was sterfte bij konijnen in bijna 40% van de gevallen veroorzaakt door levernecrose, hierbij waren er histologisch sterke aanwijzingen voor een infectie met Rabbit Hemorrhagic Disease (RHD). Slechts in enkele gevallen werd een PCR-test uitgevoerd om deze diagnose te bevestigen.
- De tweede meest voorkomende oorzaak van sterfte was enteritis. Zowel bacteriële als parasitaire oorzaken werden waargenomen. In 55% van de dossiers werden in het parasitologisch onderzoek hoge OPG-waarden vastgesteld, indicatief voor intestinale coccidiose.
Kleine huisdieren
- In 2020 werden ongeveer 60 dossiers voor kleine huisdieren verwerkt. Hiervan waren 60% honden en 40% katten.
- Meer dan 50% van de aangeboden pups stierf door een infectie met het caniene parvovirus. Bij de volwassen honden waren de doodsoorzaken heel gevarieerd met onder meer hartfalen, congenitale leverfibrose en spontane pneumothorax.
- Bij de kittens was meer dan 50% van de sterftes te wijten aan een bacteriële infectie. Bij de volwassen katten werden onder meer intoxicatie, hypertrofische cardiomyopathie, chronic kidney disease en tumoren vastgesteld.
De volledige verslagen voor de verschillende diersoorten vindt u op de website van DGZ:
