Elk jaar maakt DGZ per diersoort een gedetailleerd activiteitenverslag over de autopsiewerking met een overzicht van de meest voorkomende doodsoorzaken of letsels per leeftijdscategorie. Ook in 2019 zette de stijgende trend van het aantal autopsieverslagen en het aantal onderzochte dieren zich door, wat de epidemiologische bewaking ten goede komt.
In 2019 werden net geen 10.000 dieren onderzocht. 3759 van deze lijkschouwingen gebeurden binnen het abortusprotocol voor rundvee en kleine herkauwers. Van de overige lijkschouwingen vond het merendeel plaats in het kader van algemene diagnostiek en de epidemiologische bewaking, een kleiner deel kadert in projecten van Veepeiler.
Bij een lijkschouwing wordt door een dierenarts veterinaire pathologie een grondige postmortale evaluatie van het kadaver uitgevoerd. Op basis van de aangeleverde anamnese en de macroscopische letsels bij de lijkschouwing wordt een voorlopige diagnose gesteld en worden specifieke monsternames en aanvullende onderzoeken verricht om deze diagnose te bevestigen of ontkrachten.
Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen van het voorbije werkjaar voor de diverse diersoorten:
Rundvee
- Bij rundvee was enteritis opnieuw de belangrijkste vastgestelde doodsoorzaak. Dit is te wijten aan het feit dat kalveren jonger dan 1 maand, die voornamelijk sterven aan de gevolgen van enteritis, het grootste aandeel vormen van de runderen die onderzocht worden op autopsie.
- Bij alle andere leeftijdscategorieën was pneumonie de meest voorkomende doodsoorzaak. De voornaamste veroorzakers van pneumonie waren zowel van bacteriële oorsprong (Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida, Mycoplasma bovis, Histophilus somni) als van virale oorsprong (BRSV, PI3). Frequent zagen we ook menginfecties met verschillende kiemen.
Varkens
- Bij varkens was er in 2019 over alle leeftijdscategorieën heen een gemiddelde stijging van 25% van het aantal uitgevoerde lijkschouwingen. Deze stijging was vooral te wijten aan een toename van het aantal lijkschouwingen in het kader van de verhoogde waakzaamheid Afrikaanse Varkenspest. Naar aanleiding van de uitbraak van AVP bij everzwijnen in 2018 dienen varkens immers een PCR-onderzoek voor dit virus te ondergaan voor de start van elke behandeling.
- Pneumonie was ook in 2019 de belangrijkste veroorzaker van sterfte, gevolgd door enteritis.
- Sepsis, polyserositis en meningitis/encephalitis werden heel frequent vastgesteld als doodsoorzaak bij zuigende biggen, gespeende biggen en jonge vleesvarkens. Deze ziektebeelden werden in meer dan 70% van de dossiers veroorzaakt door Streptococcus suis. Er is een stijgende tendens om deze geïsoleerde bacteriën te bewaren en te typeren voor het aanmaken van een autovaccin.
Kleine herkauwers
- De voornaamste oorzaken van sterfte bij kleine herkauwers waren van bacteriële oorsprong. Vooral (pleuro)pneumonie veroorzaakt door M. haemolytica en meningitis/encephalitis veroorzaakt door Listeria monocytogenes komen frequent voor.
- Bij 1 op de 3 dossiers werd nog steeds een secundaire parasitaire infestatie vastgesteld. Hieruit blijkt dat een goed ontwormingsschema en controle op resistentie belangrijk blijven.
Kameelachtigen
- In 2019 werden 15 alpaca’s gelijkschouwd. Een parasitaire infestatie, met als meest voorkomende etiologie strongyliden, was bij deze diersoort de voornaamste oorzaak van sterfte.
- Bij 2 alpaca’s werd een tumoraal proces vastgesteld: een massief maligne metastaserend squameus celcarcinoma vasthechtend aan de maag en doorlopend tot aan de aorta abdominalis, en een rondceltumor ter hoogte van de longen.
Pluimvee
- Zoals de voorgaande jaren is ook in 2019 bacteriële sepsis de voornaamste doodsoorzaak bij pluimvee met als voornaamste pathogenen Escherichia coli, Enterococcus hirae en Enterococcus cecorum.
- 166 inzendingen werden onderzocht in het kader van screening voor aviaire influenza omwille van verhoogde sterfte of het optreden van symptomen die hier mogelijk aan gelinkt kunnen worden. In totaal waren 90 dossiers in 2019 (19,4%) positief voor laagpathogene aviaire influenza van het type H3. Hierbij werd zowel bij kippen als kalkoenen het virus vastgesteld. Verdere typering door het NRL toonde aan dat het ging om H3N1.
Paarden
- In 2019 was er een duidelijke stijging van het aantal paardachtigen aangeboden voor autopsie ten opzichte van voorgaande jaren. Aantasting van het maagdarmstelsel was bij deze diersoort de voornaamste oorzaak van sterfte, met onder meer colonobstipatie, zandimpactie, colitis door een parasitaire infestatie en enteritis met maagruptuur als doodsoorzaak.
- Er werden in 2019 ook 34 geaborteerde foetussen of doodgeboren veulens aangeboden voor autopsie en/of gerichte monstername voor het opsporen van mogelijke infectieuze oorzaken van abortus of vroeggeboorte.
Konijnen
- De belangrijkste oorzaak van sterfte bij konijnen in 2019 was enteritis. In bijna 40% van de dossiers werd coccidiose vastgesteld met soms zeer hoge OPG-waarden (oöcysten per gram). Enteritis veroorzaakt door coli kwam voornamelijk voor bij vleeskonijnen.
- De tweede belangrijkste veroorzaker van sterfte bij konijnen van alle leeftijden was in 2019 opnieuw Rabbit Hemorrhagic Disease of RHD, dat ondanks preventieve vaccinatie blijft circuleren.
Kleine huisdieren
- In oktober 2019 startte DGZ met het aanbieden van autopsie voor kleine huisdieren. In de laatste 2 maanden van 2019 ontvingen we 10 dossiers kleine huisdieren. Het merendeel van de dossiers betrof jonge pups en kittens gestorven aan de gevolgen van parvovirose.
De volledige verslagen voor de verschillende diersoorten vindt u op de website van DGZ.
