Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Twee chocoladekleurige labradorpups van 2 maanden oud werden bij DGZ binnengebracht nadat ze spontaan gestorven waren. Op autopsie werd er een catarrale enteritis vastgesteld bij beide pups en één ervan vertoonde een intestinale invaginatie. Er werden stalen van het jejunum en ileum genomen voor verder histopathologisch onderzoek, evenals stalen van het jejunum en intestinale lymfeklieren voor bacteriologisch onderzoek.
Op histopathologisch onderzoek van de darmen (jejunum & ileum) werd er atrofie en afknotting van de villi vastgesteld met aanwezigheid van meerdere protozoaire levensstadia in de epitheelcellen van de crypten (Fig. 1). De ontstekingsreactie ter hoogte van de mucosa was gemengd maar eerder beperkt. Er konden geen letsels indicatief voor een Parvovirus-infectie teruggevonden worden.
De bacteriële cultuur (zowel van de swabs van de darmen als van de organen zelf) resulteerde in een reincultuur van E. coli.
Fig. 1: Histopathologisch beeld van het jejunum (Haematoxyline eosinekleuring):aanwezigheid van meerdere protozoaire structuren (verschillende levensstadia) in het cryptepitheel (pijlen).
Coccidiosis verwijst naar gastro-intestinale infecties door Isospora en Eimeria species van coccidia. Er zijn ten minste 4 verschillende genera van coccidia die de hond kunnen infecteren: Isospora canis, I. ohioensis, I. neorivolta en I. burrowsi.
Honden worden hoogstwaarschijnlijk geïnfecteerd met coccidia door het inslikken van oöcysten (onvolwassen coccidia) die teruggevonden kunnen worden in feces van honden en door feces verontreinigde bodem. Deze oöcysten zijn zeer resistent ten opzichte van een hele reeks van milieuomstandigheden en kunnen voor een lange tijd overleven op de grond. Onder de juiste temperatuurcondities en vochtigheid, kunnen de oöcysten “sporuleren” en infectieus worden. Honden kunnen ook indirect besmet worden door het eten van met coccidia geïnfecteerde muizen. Bij puppies of verzwakte volwassen honden kan coccidiose resulteren in een ernstige waterige diarree, deshydratatie, abdominale pijn, en braken.
Fig. 2: Levenscyclus van Cystoisospora species (Bron: Diagnostic parasitology for Veterinary Technicians (4th ed) 2012).
Bij het aanschaffen van een pup in een shop of bij een kweker, zijn gastro-intestinale problemen een vaak optredende pathologie. Omdat de meerderheid van de diarreegevallen zelf limiterend is, specifieke diagnose vaak duur en moeilijk te determineren is, is er nog maar weinig gekend over de specifieke etiologische agentia die hierin betrokken kunnen zijn. Studies tonen aan dat honden jonger dan 6 maanden die in grotere groepen leven, een verhoogd risico hebben om parasitaire infecties te krijgen, waaronder (Cysto)Isospora spp. Escherichia coli wordt regelmatig gevonden in de intestinale tractus van dieren, ook honden, en maken deel uit van het reservoir van resistente genen voor potentieel pathogene bacteriën.
Gebaseerd op onze bevindingen kunnen we aannemen dat de enteritis en de sterfte vastgesteld bij deze labradorpups eerder van een multifactoriële aard zijn (zowel parasitair als bacteriële oorsprong) en dat de sterfte een resultaat is van deze gecombineerde infectie of van een extra complicatie hiervan (cfr. intestinale invaginatie door een hypergeëxciteerde (ontstoken) darmwand).
Auteurs: Stefan Roels & Nermin Caliskan