Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Er werden twee volwassen kippen en een haan binnengebracht voor autopsie. De dieren waren afkomstig van een hobbykweker en er was geen anamnese voorhanden.
Bij autopsie bleken de drie dieren een goed gevulde krop te hebben, maar ze waren eerder mager. Het hart zag er normaal uit. Bij één van de dieren waren er evenwel duidelijk meerdere witgele haardjes in het leverweefsel aanwezig. In de milt werden er analoge haardjes aangetroffen, maar deze waren groter en hard. De haan vertoonde ook nog een abces in de buikholte. Verder waren de organen vrij van macroscopische letsels (zie long & luchtzakken, magen, nieren en gewrichten). De ovaria van beide kippen waren actief met meerdere follikels.
Foto 1: Macroscopische foto van kippenlever met meerdere kleine witgele haardjes (= miliaire haardjes).
Op basis van deze macroscopische bevindingen werden er stalen genomen van de lever en de milt voor aerobe bacteriële cultuur en werden diezelfde organen onderworpen aan verder histopathologisch onderzoek.
Uit het bacteriologisch onderzoek werd een E. coli-reincultuur geïsoleerd uit lever en milt. Echter de doorslaggevende argumenten voor de finale diagnose kwamen bij het bekijken van de histopathologische coupes van beide organen.
Het belangrijkste letsel van Mycobacterium avium-infectie bestaat uit meerdere granulomen met centrale caseuze necrose. Deze granulomen worden gevormd door grote aantallen macrofagen met een duidelijk cytoplasma (epitheloïde macrofagen).
Deze macrofagen migreren in het granuloom en fusioneren naar de periferie van de granulomen, waar ze meerkernige reuzecellen vormen.
In grote granulomen zal men enkel een perifere aanwezigheid van deze reuzecellen terugvinden met centraal necrose. In de periferie van de granulomen kan men ook een fibrovasculair kapsel aantreffen bestaande uit fibrocyten en kleine capillairen.
De zuurvaste bacteriën kunnen in groten getale teruggevonden worden in de centrale necrotische zone van de granulomen maar ook rond en tussen de reuzecellen. Het geheel is naast een fibreus kapsel omgeven door macrofagen, enkele lymfocyten en een zeldzame granulocyt (heterofiel). Verkalking komt maar zelden voor bij pluimvee.
Om de kiemen te kunnen aantonen is een Ziehl-Neelsen-kleuring van een formol-gefixeerd aangetast weefsel nodig. Op die manier kunnen de zuurvaste kiemen teruggevonden worden als rode bacillen.
Foto 2: Haematoxyline-eosinekleuring van de lever waarop een duidelijk granuloom is op te merken met centrale necrose (1) en aan de periferie meerdere reuzecellen (2). Het geheel is omgeven door een fibrovasculair kapsel (3).
Foto 3: Ziehl-Neelsen-kleuring van granuloom van de lever waar duidelijk de aanwezigheid van de zuurvaste bacillen (rood) op te merken is.
Foto 4: Ziehl-Neelsen-kleuring van granuloom (beginfase met epitheloïde macrofagen zonder centrale necrose) van de milt waar duidelijk de aanwezigheid van de zuurvaste bacillen (rood) op te merken is.
Mycobacterium avium is de hoofdoorzaak van aviaire tuberculose. Het is een chronische infectie, die eens ze opgetreden is in een groep dieren, persisteert, en resulteert in wegkwijnen, verminderde eiproductie, en finaal sterfte. De aandoening wordt zelden gediagnostiseerd bij commercieel gehouden pluimvee, maar wordt sporadisch beschreven bij pluimvee gehouden voor hobby en/of jacht. Het is nog steeds een belangrijke aandoening bij exotische vogels die in gevangenschap leven.
Andere Mycobacterium species, zoals M. tuberculosis, M. bovis, M. genavense, M. fortuitum, and M. gordonae zijn ook beschreven bij hobbyvogels. M. genavense is de meest voorkomende species van tuberculose bij zoölogische collecties. De groei en de daaropvolgende identificatie zijn moeilijk, waardoor men op zijn hoede moet zijn voor foute identificaties.
Door de daling van het aantal gevallen van M. tuberculosis bij de mens, is het belang van M. avium bij de mens onder de aandacht gekomen. M. avium-infecties zijn regelmatig beschreven bij patiënten met een verworven immunodeficiëntie (bv. aids). Echter, dergelijke gevallen zijn vaker toe te schrijven aan mens-mens of mens-milieu contacten dan aan pluimvee-mens contacten.
M. avium kan in de grond overleven en het gebrek aan afdoende procedures voor reiniging en desinfectie zijn een belangrijke hinderpaal om aviaire tuberculose te bestrijden en te elimineren bij zoölogische verzamelingen. Het ontbreken van efficiënte vaccins of gepaste medicatie maakt van deze aandoening vaak een heel frustrerende zaak.
Auteurs: Stefan Roels en Annick Gryspeerdt