Gezonde Dieren
BLOG VOOR DIERENARTSEN
BLOG VOOR DIERENARTSEN
Actinobacillus pleuropneumoniae (App) is de veroorzaker van acute pleuropneumonie bij varkens. Bij DGZ hebben we deze bacterie in 2019 meer dan 400 keren geïsoleerd, en dit zowel bij zuigende en gespeende biggen, als bij vleesvarkens en (jongere) fokzeugen. In dit artikel verneemt u welke onderzoeken we uitvoeren om de kiem terug te vinden en te typeren, en hoe u de laboratoriumuitslagen kunt interpreteren.
De App-kiem kan teruggevonden worden via onderzoek op kadavers, longen of swabs.
Voor dit onderzoek is het belangrijk dat u de kadavers of longen die u wil laten onderzoeken zo snel mogelijk aan het laboratorium bezorgt. Indien u een swab aanlevert voor bacteriologisch onderzoek gebruikt u best een transportmedium om het biologisch materiaal te beschermen.
Omdat de kiem weinig resistent is en gevoelig voor postmortale contaminatie (bv. S. Suis, P. Multocida, Proteus, …) worden de bemonsterde longen bij DGZ steeds geschroeid voor ze geënt worden om omgevingscontaminatie tegen te gaan.
Na het enten op de voedingsbodem, wordt deze na 24 uur incuberen afgelezen. Zo weten we of er al dan niet groei is van App.
Naast de cultuurmethode kan de kiem ook worden gedetecteerd met een PCR-test, die genetisch materiaal van App opspoort. Het nadeel van deze test is dat er geen aanleg van een antibiogram mogelijk is.
Foto 1: Hemorrhagisch-necrotiserende pneumonie met fibrineuze pleuritis
Foto 2: Macroscopisch beeld van App: uitgesproken fibrineuze pleuritis
Foto 3: : Histologisch beeld van App: alveolen zijn gevuld met neutrofielen en oat cells (gele pijlen). Oedeem in alveolen (groene pij). Bloedingen (zwarte pijl).
Foto 4: Oat cells: neutrofielen met een gestroomde kern
Als we de App-kiem – die een Gram-negatieve bacterie is – isoleren, voeren we steeds een bio- en serotypering uit. Op basis van deze informatie kunnen de dieren gericht gevaccineerd worden. Bij een nieuwe uitbraak komen we zo ook te weten of het al dan niet om hetzelfde serotype gaat. Bij isolatie kan indien gewenst een antibiogram aangelegd worden.
Biotypering
Op basis van de behoefte aan het co-enzyme NAD (nicotinamide-adenine-dinucleotide) kan er onderscheid gemaakt worden tussen biotype 1 en biotype 2. Alle isolaten die we in 2019 bij DGZ onderzochten behoorden tot biotype 1.
Serotypering
Op basis van de antigene eigenschappen in het kapsel (polysacchariden) kunnen we het serotype bepalen. Serotypering gebeurt met de klassieke agglutinatietest.
Het serotype geeft niet steeds een eenduidige voorspelling rond de virulentie van de kiem. De virulentie van App is multifactorieel. Zo zijn exotoxines verantwoordelijk voor de karakteristieke hemorrhagische tot necrotiserende letsels maar ook andere factoren dragen bij tot de virulentie van de kiem.
Voor App zijn er 15 verschillende serotypes gedefinieerd. Bij DGZ testen we de meest voorkomende sera, namelijk 1, 2, 3, 5, 7, 9 en 11. In 2019 werd serotype 2 veruit het meest teruggevonden, bij liefst 45,43% van de geïsoleerde stammen (grafiek 1).
Als de kiem tot geen van deze serotypes behoort, staat op het verslag NT (niet typeerbaar) vermeld. Indien u op het verslag serotype 1-9-11 ziet staan, betekent dit dat de stam met de drie sera op een gelijke manier agglutineert. Natuurlijk zijn er ook stammen die enkel met de 9 agglutineren en die worden dan ook op deze manier gerapporteerd.
Grafiek: Resultaten serotypering App voor 2019
Ook het macroscopisch beeld op autopsie en histologisch onderzoek kunnen een App-infectie aan het licht brengen.
Bij autopsie is het macroscopisch beeld – namelijk hemorhagisch-necrotiserende pneumonie en fibrineuze pleuritis (foto 1 en 2) – sterk suggestief voor een App-infectie. Omdat er ook sprake kan zijn van een unilaterale pneumonie, worden de longen steeds in hun geheel bekeken.
Bij histologisch onderzoek wordt gezien dat alveolen en terminale bronchiolen gevuld zijn door oedeem, fibrine, neutrofielen, macrofagen en oat cells. Deze laatste zijn geactiveerde neutrofielen met een gestroomde kern. In een staat van activatie brengen ze toxische factoren tot expressie waarbij ze de App vernietigen, het longweefsel en zichzelf. Meerdere bloedingshaarden zijn ook zichtbaar in het longweefsel.
Auteurs: Nadine Botteldoorn en Emily Rolly